Archiefboek – Elsbach (Trixer) (1921-1994)

CV studie – (door @Flip Hallema)

Hans Trixer werd als Hans Erich Elsbach als enig kind 26 juli 1921 in Dortmund geboren. Zijn vader had een textielzaak. Hans kreeg alles wat zijn hartje begeerde, o.a. een goocheldoos voor zijn verjaardag. Een paar jaar later kreeg hij het beroemde ‘Das Wunderbuch der Zauberkunst’ geschreven door Ottokar Fischer (Weense School ). Het nazisme was in opkomst, en in 1937 werd hij als joodse jongen gevangen genomen en vastgezet in Sachsenhausen. Na zijn vrijlating ontsnapte hij naar Nederland en kwam terecht in een kindertehuis in Enschede. Daar leerde hij Willy Löwenberg kennen, die hij later onder barre omstandigheden weer ontmoette. Hij moet in die tijd ook al naar Amsterdam gegaan zijn, waar hij van Larette in diens studio aan de Willemsparkweg veel leerde. Als Larette’s boek ‘De Geheimen der Goochelkunst’ eind ’39 verschijnt, wordt Hans Elsbach ondergebracht in het vluchtelingenkamp Westerbork. Daarna wordt hij gedeporteerd naar Auschwitz, waar hij tien maanden verblijft, het geen uitzonderlijk lang was. Hij redde het daar door het vertonen van kaarttrucs voor de bewakers met zijn meegesmokkelde kaartspel en kreeg daardoor een minder zwaar administratief baantje. Datzelfde gebeurde toen hij naar het Getto van Warschau werd verplaatst, dat beschreven werd als de hel op aarde. De -meest joodse- gevangenen moesten daar het puin ruimen wat de Duitsers hadden veroorzaakt door het oorspronkelijke joodse Getto te vernietigen. Ontberingen waren het gevolg, uithongering, dysenterie enz. Ook hier wist Hans het te redden met zijn kaarttrucs en door zijn administratieve functie kon hij af en toe mede gevangenen een beetje helpen. Ook Willy Löwenberg, die net als hij een der weinige overlevenden werd. Zij bleven levenslang vrienden. Löwenberg richtte in San Francisco het United States Holocaust Memorial Museum en werd vastgoedmakelaar. Trixer ontmoet zijn vrouw Shelly na de bevrijding in het kamp. Dankzij ‘medische experimenten’ kan ze geen kinderen krijgen. In het zeer lezenswaardige boek ‘In het puin van het getto’, van Pauline Broekema over concentratiekamp Warschau komt Trixer prominent en positief voor.

De eerste jaren na de oorlog leeft hij van het goochelen. Hij richt het ‘Scala House’ op, Weesperzijde 20, in Amsterdam, een goochelfirma met een gestencilde circulaire genaamd ‘Geheim’ voor abonnees en klanten, waarin trucbeschrijvingen en actualiteiten. In het laatste nummer, 11/12 augustus 1948, schrijft hij dat hij er mee ophoudt, omdat hij dan al sinds april verbonden is aan Studio TRIKS als stafmedewerker en redacteur. Dat laatste heeft hij met veel verve enige jaren gedaan. Van zijn hand verschenen vele originele en vertaalde trucbeschrijvingen, veel kaartentrucs en ook veel manipulatieve routines. Hij is de uitvinder (1949) van de vierballen truc met glazen ballen (‘zeepbellen’) en auteur van verschillende boekwerkjes: o.a. Trixer’s Originele Vier Aas Truc; Jardin Ellis Effecten; Conjuring Trix. Ik vermoed dat hij toen ook al het diamantairsvak is ingegaan.

Verschillende van zijn effecten verschenen in MUM, Genii, Pentagram, Arcane, Epoptica; Paul Curry’s Special Effects; Thirteen Steps to Mentalism; Routined Manipulation Finale. Hij zal veel goochelaars geïnspireerd hebben. In 1949 won hij de close-up prijs tijdens het internationale congres in Amsterdam en vaak een prjjs tijdens een nationaal congres. Hij schreef dat hij veel aan Larette te danken had gehad, en woonde na de oorlog misschien kort in diens Studio, daar hij Willemsparkweg 128 als zijn adres opgaf, Hij was bevriend met Fred Kaps, met wie hij de Magic Seven oprichtte, een clubje van zes bekende goochelaars, en een onbekende. Of hij ook voor normaal publiek optrad is mij niet bekend.

In 1952 vertrok hij met Shelly naar Rhodesia(Zimbabwe) om in Harare directeur van een diamantairsfirma te worden. In 1972, tijdens het PCAM congres in Honolulu, Hawaii, heb ik hem ontmoet in de hotelkamer die ik daar met Fred Kaps deelde. Hij was ‘well to do’, sprak nog steeds goed Nederlands, liet zelfs een kaartentrucje zien. Daarna hebben we hem en zijn vrouw in 1988 nog kunnen zien tijdens het FISM congres in Den Haag. Hoe warm het ook was, hij rolde nooit zijn hemdsmouwen op, wilde niet dat men zijn kampnummer-tatouage zag. 23 September 1994 overleed hij tijdens een goochelcongres in New Orleans in een hotel aan een hartstilstand.

@Auteur: Flip Hallema, juli 2019, voor het archief van de Fred Kaps Ring 78.