Interview – (door @Hubrecht Duijker)
Nav PORTRET VAN EEN TAFELGOOCHELAAR (1989 verschenen)
Tijdens lange diners kan het optreden van een goochelaar dode punten overbruggen. Er ontstaat nieuwe gespreksstof, terwijl bovendien de sfeer wordt verhoogd. Voorwaarde is wel dat die goochelaar kwaliteit bezit. Over de criteria die een cateraar kan aanleggen en over andere praktische zaken praten wij met de internationaal bekroonde magiër.
Jan Paymans. (38) Een portret van een goochelaar.
“Goede goochelkunst” – aldus Jan Paymans –“ kan de sfeer enorm verhogen. Als ik tijdens een optreden een tafel met lachende en applaudisserende mensen achter laat, springt er een vonk over naar andere tafels. Vaak wil dan iederéén mij zien en krijg ik het verzoek om ook bij tafels verderop langs te komen.” De in Amsterdam wonende Paymans voegt hieraan toe dat een goochelaar vaak heel geschikt is om dode punten te overbruggen tijdens lange diners. Na verloop van tijd kunnen mensen immers met elkaar uitgesproken raken. Als er een goochelaar aan zo’n tafel komt, bijvoorbeeld tussen twee gangen door, dan ontstaat er nieuwe gespreksstof en komt de tafel weer helemaal tot leven. Bovendien voelen mensen zich meestal prettig verwend als ze op enkele mooie goocheltrucs worden getrakteerd.
Er wordt in Nederland echter niet altijd even goed gegoocheld. Terecht aarzelen cateringbedrijven, hotels en restaurants dan ook om zomaar een goochelaar te engageren. Ze zijn bang voor derderangs vertier en om de naam van hun bedrijf te grabbel te gooien. Jan Paymans: “Het is voor eigenlijk iedere opdrachtgever van belang om te weten of de goochelaar wel genoeg klasse, achtergrond en opleiding heeft om zich aan het niveau van de gastenkring te kunnen aanpassen. Maar deze vragen komen meestal niet aan de orde in het reclamemateriaal van de meeste goochelaars. Het is dus zaak om daarnaar te informeren. En als voor de eerste keer met een goochelaar wordt gewerkt, ga dan zelf kijken om het te beoordelen.”
Volgens Jan Paymans is het succes van een goochelaar duidelijk af te meten aan de reacties van het publiek: “Alles zit in kannen en kruiken als er veel geklapt en gelachen wordt. Maar bekijk de goochelaar niet alleen op afstand, ga ook eens vlakbij hem staan. Let dan op zijn kleding, zijn taalgebruik, zijn omgangsvormen en of hij uw gasten niet in pijnlijke situaties brengt. Bent u tevreden? Weersta dan de verleiding om die goochelaar in te wisselen voort een goedkopere kracht. Beknibbel niet op kwaliteit.”
Jan Paymans vindt ook dat een goochelaar flexibel moet zijn. Vorige maand trad hij onder andere op in hotel Westduin te Koudekerke. Na het diner vroeg men hem om in aansluiting op het tafelgoochelen ook nog een kleine voorstelling te verzorgen voor het gehele gezelschap. Paymans: “Gelukkig heb ik altijd wat ‘groot’ materiaal bij me om aan zo’n verzoek te kunnen voldoen. Toen ik vertrok was iedereen dan ook meer dan tevreden.”
Dikwijls bedenkt Paymans trucs en begeleidend commentaar op maat. Hij levert, zoals hij het zelf formuleert, magisch maatwerk. “Een goede goochelaar is iemand die zich moet kunnen aanpassen aan ieder publiek. Dat gebeurt onder andere door het praatje. Indien mogelijk verdiep ik me in de wereld waaruit het gezelschap afkomstig is. Gewapend met die kennis ontwerp ik dan een speciale toer en soms zelfs een geheel nieuw goocheleffect. Deze flexibele instelling garandeert dat ikzelf en mijn goochelkunst niet vastroesten.”
Dat Jan Paymans bij de beste goochelaars van dit land behoort, blijkt uit een indrukwekkende staat van dienst. In 1987 gaf de Nederlandse goochelwereld hem de Gouden Originaliteitsprijs. Nog geen jaar later ontving hij uit handen van niemand minder dan Paul Daniels de Award of Merit, in Londen. Voor zijn goochelen met kaarten werd hij vorig jaar onderscheiden op het goochelcongres in Breda, en het Amerikaanse vakblad Genii kwalificeerde zijn optreden als absolutely first class. Voorts trad Paymans in Duitsland op voor 1200 Europese goochelaars, met een bijzondere dobbelsteen-act. Hij deed dit in het Duits, Engels en Frans. In oktober jl. viel hem de eer ten deel om zijn kunsten te vertonen in het tv-programma van de Vlaamse goochelaar Jan Bardi. Hij was de enige Nederlander die daarvoor werd gevraagd. Na afloop stond zijn antwoordapparaat vol met felicitaties van collega’s. Inmiddels zijn ook opnamen gemaakt voor het tv-programma Deksels.
De aanwezigheid van Jan Paymans wordt niet alleen door Nederlandse gasten op prijs gesteld, maar ook door een internationaal publiek, op ambassades, beurzen en dergelijke. Dit niet alleen omdat hij zijn talen vloeiend spreekt, maar “omdat ik een voorstander ben van de moderne opvatting dat goochelkunst vooral visueel moet zijn.” Hij laat veel trucs dus voor zichzelf spreken. Nog even terugkomend op goochelen en sfeer: “Ik herinner me een feestje van professoren. Gedurende 20 minuten zou ik een aantal effecten vertonen met Engels commentaar. De hele avond was de sfeer nogal formeel geweest en men sprak vooral over het werk. Na mijn optreden – dat nogal uitliep vanwege de enthousiaste reacties – had men het over vakanties, kinderen, hobby’s en werden anekdotes verteld. De sfeer was totaal anders. Dat goochelkunst en sfeer veel met elkaar te maken hebben, staat voor mij als een paal boven water.”
Het goochelen is Jan Paymans niet van huis uit bijgebracht. Want hij heeft een studie Nederlandse taal en letterkunde gevolgd en is geruime tijd leraar geweest. Maar na het toeslaan van de malaise in de onderwijssector besloot Jan om van de nood een deugd te maken en zijn grote liefhebberij, het goochelen, tot beroep te verheffen. De nu 38-jarige Paymans specialiseerde zich in goochelkunst-van-dichtbij oftewel close-up magic. Met kaarten, mesjes en tal van andere voorwerpen laat hij de mensen op enkele decimeters afstand de meest verrassende wonderen zien. Doorgaans gebeurt dit in restaurants en tijdens partijen, maar ook op vakbeurzen en bij mensen thuis. Hij beseft terdege dat de mensen geamuseerd willen worden. “Ik zal dan ook de laatste zijn om op een feestelijke avond met maatschappijkritische verhalen aan te komen. Mijn devies is juist om de mensen te laten lachen en van de ene verbazing in de andere te laten vallen.”
Een hoogtepunt in de goochelcarrière van Jan Paymans is vorig najaar een optreden voor prinses Juliana en prins Bernhard geweest. Dit gebeurde tijdens een party op vliegveld Soesterberg, verzorgd door een gerenommeerd cateringbedrijf. Paymans:
“De prinses en prins zaten op lage fauteuils. Dit betekende dat als ik zou blijven staan, ze voortdurend omhoog moesten kijken. Dat is vermoeiend en dus heb ik me op de grond gezet. Beide konden zo alles uitstekend volgen. Al gauw bleek uit de reacties dat ze enorm van goochelen hielden, vooral prinses Juliana. Na mijn optreden, zo vertelde naderhand de charmante gastvrouw, had prinses Juliana nog een paar keer gevraagd naar ‘die leuke meneer die naast haar zat’. Ik was daar héél erg mee verguld.”
@Auteur: Hubrecht Duijker – blad Catering Magazine nr. 3 uit 1989